Iedere lente krijgen we dezelfde vraag honderden keren: “mijn systeem topt af” of “de opbrengst vertoont een vlakke lijn”. Het blijft lastig om uit te leggen dat dit juist precies de bedoeling is, maar we doen hieronder een poging.
Om te beginnen zal je twee basiselement van systeemontwerp moeten begrijpen:
1: Wat is nou precies Wattpiek?
Het Wattpiek vermogen wordt door een zonnepaneel afgegeven onder standaard testcondities; een testrobot schijnt 1000 Watt licht per m² op het paneel bij 25º Celcius. Dus als er op een zonnepaneel staat dat het een 300 Wp paneel is, dan komt er 300 Watt vermogen uit als er 1000 Watt per m² licht op schijnt bij 25º Celcius. Dat is dus niet hetzelfde als 'in de zon' of ‘maximaal’...
In Nederland schijnt er eigenlijk nooit 1000 Watt per m² zonlicht. En op die enkele dag dat dit wel gebeurt is het zonnepaneel, dat in die volle zon ligt, zo heet dat je het niet meer kan aanraken. Dat is een stuk warmer dan 25º Celcius. Dat is best vervelend, want voor iedere graad dat het paneel warmer wordt, gaat het vermogen met ongeveer 0,3% achteruit.
Nu weten we dus dat ons 300 Wp paneel in Nederland zelden of nooit 300 Watt vermogen zal afgeven. Maar hoeveel dan wel? Een reëel maximum op een zomerdag is ongeveer 80% van het WP vermogen. Dat wordt ook op de datasheet aangegeven als NOCT (nominal operating cell temperature) of terwijl; hoe presteert het paneel bij een normale zomerse instraling en de bijbehorende temperatuur.
2: Wanneer presteert een omvormer het slechtst?
Iedere omvormer presteert prima als je hem goed belast. Waar echter weinig mensen over nadenken is hoe hij presteert als er maar weinig vermogen wordt opgewekt door de zon.
Een omvormer die minder dan ongeveer 8% van zijn AC uitgangsvermogen moet omzetten valt stil. Dat is zichtbaar in de efficiency curve die veel merken op hun datasheet hebben staan.
Voorbeeld: een 3000 WP set op een 3000 Watt omvormer valt stil als er minder dan 240 Watt moet worden omgezet. Dus iedere ochtend en avond en op echt grijzen winterdagen kan de omvormer het beetje aangeboden zonne-energie niet omzetten. Voor mensen in zuidelijke landen niet belangrijk, maar liggen je panelen in Nederland, waar zonsopkomst en zonsondergang best lang duren, kan je van een goede opbrengst een nog betere opbrengst maken door te spelen met dit gegeven.
Dat doe je door een omvormer te kiezen waarvan het AC uitgangsvermogen ongeveer 20% kleiner is dan het WP vermogen van de panelen. Dit heet onder dimensioneren.
Het resultaat van een goed onder gedimensioneerd systeem is dat het in de donkere momenten meer energie kan omzetten. Dit zijn steeds kleine beetjes, maar al die kleine beetjes bij elkaar maken samen een serieuze hoeveelheid extra opbrengst.
Maar dan is het lente!
En in de lente staat de zon onder een perfecte hoek op de panelen en is de lucht schoner dan in de zomer, waardoor deze meer vermogen geven dan je denkt. Daarbij komt dat de temperatuur niet teveel oploopt en ineens kan een paneel meer dan de verwachtte 80% van zijn WP vermogen geven. Een goed gedimensioneerd systeem kan niet alle energie verwerken en zal gaan aftoppen. Dat lijkt vervelend, want je ziet dat er energie wordt weggegooid.
Wat je echter niet ziet is de energie die je hierdoor iedere ochtend en avond wint en dat is samen uiteindelijk meer dan de energie die verloren gaat door aftoppen.
Conclusie:
Heb je een systeem dat af en toe aftopt is dat geen reden om in paniek te raken. Je hebt juist de perfecte keuzes gemaakt! Aan het eind van het jaar heb je een hogere opbrengst dan wanneer je een systeem hebt dat nooit zou aftoppen.